Niet alles is een thema
In veel begeleidingscontexten wordt snel gesproken over thema’s.
Geldthema’s.
Veiligheidsthema’s.
Bindingspatronen.
Draagkracht.
En ja, die kunnen er zijn.
Maar de vraag is niet óf ze bestaan.
De vraag is: wie bepaalt wanneer iets een thema is?
Wanneer duiding te vroeg komt
Wat ik zelf heb ervaren, en nu ook scherp zie in mijn werk,
is hoe snel realiteit kan worden hervertaald tot betekenis.
Iemand zegt:
“Ik kan dit nu niet.”
En hoort terug:
“Dat raakt precies jouw thema.”
Dat lijkt verdiepend.
Maar het kan ook iets anders zijn:
een ontkenning van wat feitelijk waar is.
Ziekte is niet automatisch een leerstuk.
Financiële stress is niet per definitie een patroon.
Zorg voor kinderen is geen vermijding.
Soms is iets geen innerlijk werk,
maar een levensfase.
Wat integer omgaan met thema’s vraagt
Integer begeleiden betekent voor mij:
eerst erkennen wat iemand daadwerkelijk meemaakt
ruimte laten voor pauze zonder interpretatie
pas duiden wanneer de ander daar zelf nieuwsgierig naar is
onderscheid maken tussen context en patroon
Een thema kan pas onderzocht worden
als iemand zich veilig voelt in zijn realiteit.
Zonder die veiligheid wordt duiding macht.
Wie bepaalt?
De belangrijkste vraag is misschien deze:
Van wie is het thema?
Van de begeleider, vanuit een model?
Of van de cliënt, vanuit eigen ervaring en timing?
Ik geloof dat thema’s alleen werkelijk helend onderzocht kunnen worden
wanneer ze van binnenuit worden aangeraakt,
niet van buitenaf worden opgelegd.
Wat ik daarom beloof in mijn werk
Ik zal nooit:
jouw realiteit herschrijven
jouw ‘stop’ pathologiseren
jouw grens duiden zonder jouw toestemming
Ik zal wel:
aanwezig blijven
spiegelen als je daarom vraagt
samen onderzoeken als jij voelt dat het klopt
Dat is voor mij integriteit in begeleiding.
Onder levensomstandigheden kunnen thema’s liggen, maar ze laten zich niet afdwingen.
Thema’s openen zich wanneer iemand zich gezien voelt, niet wanneer ze worden benoemd.
Daarom begint goede begeleiding niet bij duiding, maar bij erkenning.